BIJKOMENDE BEPERKINGEN

Cerebrale Parese Bijkomende beperkingen

De hersenbeschadiging verhindert berichten die van de hersenen naar het lichaam en van het lichaam naar de hersenen worden gezonden. De aard en de ernst van de symptomen verschillen van kind tot kind en zijn afhankelijk van de plaats van de beschadiging in de hersenen en de ernst van de beschadiging.

De symptomen van een cerebrale parese kunnen al bij de geboorte of kort daarna zichtbaar zijn. Soms worden de symptomen later opgemerkt. Als ouders merken dat hun kind moeite heeft met omrollen, kruipen, zitten, lopen of praten, dan is dat een reden voor verder onderzoek.

Omdat de hersenbeschadiging bij een cerebrale parese al op jonge leeftijd ontstaat, is het ook mogelijk dat andere delen van de hersenen functies gaan overnemen. Hierdoor kunnen bepaalde functies gewoon aanwezig zijn, terwijl dit op grond van de hersenbeschadiging wellicht niet verwacht zou worden.

Kinderen met cerebrale parese hebben ook vaak last van andere lichamelijke of verstandelijke beperkingen.
Bewegingsstoornissen

Er zijn drie hoofdtypen cerebrale parese, naargelang van het soort bewegingsstoornis. Bij sommige kinderen kunnen de symptomen van meer dan één type tegelijk optreden.

Spastische cerebrale parese: stijve spieren

Dit is het meest voorkomende type (± 80%). Hierbij zijn een of meer spiergroepen stijf (te veel gespannen en moeilijk te ontspannen), bijvoorbeeld de benen en/of de armen. Kinderen hebben moeite zich te verplaatsen of voorwerpen vast te pakken en los te laten.
Soms is slechts één kant van het lichaam aangetast (halfzijdige verlamming of hemiplegie/hemiparese), waarbij de armspieren meestal meer aangetast zijn dan de beenspieren.
Bij de ergste vorm (quadriplegie/quadriparese) zijn alle of bijna alle spiergroepen aangetast (armen, benen, romp, gezicht…). Deze kinderen kunnen moeilijk stappen en hebben meestal ook andere ontwikkelingsproblemen (intellectueel, gezicht, gehoor…).

Dyskinetische cerebrale parese: ongecontroleerde bewegingen

Het lichaam maakt hierbij onbewuste en doelloze bewegingen, soms te snel of te traag, ook in rust, door de ongecontroleerde spierspanning (te stijf of te slap). Meestal zijn de armen en benen aangetast, wat stappen, zitten, dingen vastpakken enzovoorts moeilijk maakt. Als ook de gelaatsspieren zijn aangetast hebben ze last met slikken, eten, spreken…
Dit type wordt veroorzaakt door beschadiging van de kleine hersenen (het cerebellum) en bepaalde gebieden in de grote hersenen die voor een normale lichaamshouding en coördinatie zorgen (de nuclei basales).

Atactische cerebrale parese: gebrekkige balans en coördinatie

Dit type komt zelden voor. Hierbij zijn het evenwichts- en coördinatiegevoel aangetast. Kinderen staan wankel op hun benen en zetten de voeten abnormaal wijd uit elkaar bij het lopen. Taken zoals schrijven en kleine voorwerpen vasthouden, kosten meer moeite dan bij gezonde leeftijdsgenoten.

Problemen met praten

Kinderen met een cerebrale parese kunnen beginnen met praten. Soms zijn er alleen problemen met het uitspreken van woorden. Wanneer het taalcentrum in de hersenen aangedaan is, kunnen er ook problemen zijn met het aanleren van nieuwe woorden en het maken van zinnen. Ook het begrijpen van woorden en zinnen kan dan moeilijk zijn.

Meer lezen
Epilepsie

Epilepsie komt geregeld voor, vooral bij kinderen met hemiparese of quadriparese. Deze epilepsie-aanvallen kunnen op elke leeftijd optreden, maar ontstaan meestal voor de leeftijd van zeven jaar. De epileptische aanvallen kunnen variëren van momenten van staren tot heftig schokken van armen en benen. Bij ongeveer de helft van de kinderen met CP is epilepsie met medicatie goed te reguleren.

  • 75% procent van de kinderen met een tetraparese heeft epilepsie.
  • 50% procent van de kinderen met een hemiparese heeft epilepsie.
  • 25% procent van de kinderen met een diplegie of dyskinetische CP heeft epilepsie.
Meer lezen
Gedragsproblemen

Hersenschade is vaak de basis van verschillende emotionele en gedragsstoornissen:

  • Autistische stoornissen
  • Slaapstoornissen
  • Naar buiten gericht (externaliserend) gedrag (bijvoorbeeld ADHD of compulsiviteit)
  • Naar binnen gekeerd (internaliserend) gedrag (depressiviteit, teruggetrokkenheid)

Op wat latere leeftijd is er soms sprake van emotionele labiliteit, een negatief zelfbeeld en/of moeite met het accepteren van de CP en de gevolgen daarvan. Dit kan een zware wissel trekken in de relatie tussen kind en ouder(s). Het is daarom belangrijk om al in een vroeg stadium aandacht te hebben voor een goede psychologische begeleiding.

Meer lezen
Voedingsproblemen

Voedingsproblemen kunnen ontstaan door

  • Zuig-, slik- en kauwstoornissen en problemen bij de coördinatie van de slikactie
  • Reflux (terugvloeien van maagzuur in de slokdarm). Dit kan leiden tot irritatie van de slokdarm. Wanneer de maaginhoud in de luchtpijp terecht komt, kan dit een longontsteking veroorzaken
  • Verslikken, waardoor voedsel in de de luchtpijp en de longen terechtkomt
  • Obstipatie (verstopping)
  • Verstoord gedrag

Hierdoor kan een groeiachterstand of ondervoeding optreden.

Meer lezen
Verstandelijke beperkingen

Bij kinderen met CP is een verhoogde kans op verstandelijke beperkingen. Een derde tot de helft is matig tot ernstig verstandelijk beperkt. Epilepsie is hierbij een belangrijke factor.

De performale intelligentie, hoe je praktisch omgaat met je kennis, ligt over het algemeen lager dan de verbale intelligentie: het vermogen om taal te begrijpen, gebruiken en kennen.

Leerstoornissen, zoals stoornissen in het werkgeheugen, komen vaak voor.

Spraak-/taalstoornissen en communicatiestoornissen spelen een belangrijke rol, maar ook beperkingen in gezichtsuitdrukkingen en bewegingen.

Meer lezen
Incontinentie

Ongeveer 1 op 4 kinderen met CP heeft last van incontinentie.

Meer lezen
Gezichtsstoornissen

Bij CP kunnen de hersenen soms de visuele informatie niet goed verwerken, waardoor de kinderen een deel van het visuele beeld missen. Ook kunnen oogstoornissen voorkomen, zoals bijziend- en verziendheid, slecht diepte waarnemen, een lui oog, scheelzien en onwillekeurige ritmische bewegingen van de oogbollen.

Meer lezen
Gehoorstoornis

Een klein deel van de kinderen met CP heeft ernstige problemen met horen.

Meer lezen
Sensorische overgevoeligheid/ongevoeligheid

De sensibiliteit van het voelen kan verstoord zijn. Dit kan zich uiten in

  • Overgevoeligheid, bijvoorbeeld voor geluiden, licht, soorten textiel, bewegingen, maar ook voor stemmingen, sfeer en dingen die er niet zijn.
  • Ongevoeligheid, bijvoorbeeld voor de tast.
Meer lezen
Bot- en gewrichtsafwijkingen

Bij sommige kinderen kunnen bot- en gewrichtsafwijkingen optreden.

  • Een spitsvoet: de voet staat altijd in gestrekte stand en kan niet meer plat op de grond gezet worden.
  • Vergroeiing (contractuur) van de knieën, heupen en/of ellebogen.
  • Een gekromde rug (scoliose).
  • Heupdysplasie: de heupkop kan bij een onvoldoende ontwikkelde heupkom gemakkelijk uit de kom schieten. Vooral kinderen met ernstige spasticiteit aan de benen, waardoor de benen sterk tegen elkaar aangedrukt worden, hebben een grote kans op het uit de kom schieten van de heup. Dit is pijnlijk en zorgt ervoor dat kinderen niet meer goed kunnen zitten.
Meer lezen
Leerproblemen

Drie van de vier kinderen met een cerebrale parese heeft in meer of mindere mate problemen met leren. Spraak-/taalstoornissen en communicatiestoornissen spelen daarbij een belangrijke rol, maar ook beperkingen in gezichtsuitdrukkingen en bewegingen.
Kinderen die ook epilepsie hebben, hebben vaak meer problemen met leren dan kinderen die geen epilepsie hebben.

Meer lezen